Allerliefste Peetje,
Gisterochtend ben ik totaal ingestort bij mijn therapeut. Terwijl ik in de wachtkamer zat te wachten begonnen de tranen al te stromen en toen zij mij ophaalde ben ik huilend haar kamer ingelopen, ingerend bijna.
Ik heb twee grote zakdoeken en nog wat tissues volgehuild en gesnoten, ik heb met mijn armen om mij heen zitten wiegen, wanhopig mijn hoofd geschud en zelfs gekreund. "Ik weet het niet" was alles wat ik uit kon brengen.
"Ik weet het niet." Ik wist zelfs niet wat het is. Ik wilde weg, ik wilde oplossen. Oplossen in het niets. Dat zei ik door mijn gesnik en gesnotter heen ook: "Ik wil oplossen."
Ik wilde weg van de wanhoop, de radeloosheid. Weg van de pijn die jij alleen kan wegnemen. Jij, die...
Het was te verwachten, deze ontlading. Morgen is de overdracht van ons oude huis.
Na maanden van bijna constant op twee woonplekken bezig te zijn geweest, van heen en weer rijden, van geen van beide plekken "thuis" kunnen noemen (het ene steeds minder, het andere nog steeds niet) is er nu een soort rust die absoluut niet als rust voelt. Eerder als een leegte.
O, er valt nog genoeg te doen, hier in dit appartement, maar ik ben zo moe. Lichamelijk maar vooral in mijn hoofd en hart. De grootste klus die mij hier wacht is niet zozeer het uitpakken van de laatste dozen en het verder inrichten maar om het een plek te laten worden die als een thuis voelt. Dat zal de grootste, zwaarste klus zijn want hoe kan iets een thuis zijn als jij er niet woont, het zelfs nog nooit gezien hebt? En toch zal dat moeten. Dat moet ik mezelf gunnen. Dat zou jij gewild hebben.
(Wat háát ik dat zinnetje "dat zou jij gewild hebben"! Wat háát ik de verleden tijd in die zin!)
Toen vorige week het oude huis, ons huis, eindelijk leeg was heb ik het schoongemaakt. Van zolder tot tuinhuis heb ik het schoongemaakt met mijn kaken strak op elkaar geklemd. Zo strak dat mijn wangen er 's avonds nog pijn van deden.
Ik wilde niet bij elke ruimte denken aan de tijd waarin wij er als gezin woonden.
Ik wilde de stemmen van onze jongens daar niet horen, de voetstappen op de trap, het geluid van bestek tijdens het tafel dekken, het gelach, het schuiven van de sokkenla van Max in de ochtend, de muziek die zachtjes uit Pauls kamer kwam, het ping-geluid als jouw brood klaar was.
Ik wilde de beelden niet van onze jongens die op zaterdagochtend bij ons in bed kropen, het uitzwaaien als zij naar school gingen, van jou aan de bar terwijl ik aan het koken was, van wij samen in het middagzonnetje op het dakterras. "This is the good life," zei jij dan. Good life.... o, Peetje...
Het zijn mooie, dierbare herinneringen maar ik wilde ze niet, niet op dat moment, ik moest schoonmaken, ik moest afronden. Ik wilde niet in elkaar storten.
Niet daar.
Niet weer.
Niet op dat moment.
Morgen is de overdracht van ons oude huis.
Morgen zal ik een inspectierondje met de nieuwe bewoners en onze makelaars door het huis lopen. Dan zal ik mijn kaken weer op elkaar klemmen en al die herinneringen die toch in elke kamer zullen opborrelen proberen te negeren. Weer te negeren.
Morgen zal ik mijn handtekening onder het verkoopcontract zetten en daarna de sleutels, onze sleutels, afgeven. Morgen zal officieel ons huis niet meer ons, niet meer mijn, thuis zijn.
Morgen wil ik mijn emoties onder controle houden, wil ik niet huilen.
Niet daar.
Niet weer.
Niet op dat moment.
En als dat toch gebeurt (en, o, ik weet het: het mág) dan hoop ik dat het niet gaat zoals gisteren, zoals de vele keren daarvoor en de vele keren die zonder twijfel nog zullen komen. Niet zo wanhopig, zo radeloos.
Het oude huis, óns oude huis dat zoveel jaren ons thuis is geweest zal hopelijk een frisse start voor dat jonge stel zijn, daar wil ik niet met mijn verdriet en pijn overheen gaan.
Niet op dat moment.
1 opmerking:
Lieve sylvie ik wens je heel veel sterkte bij alle moeilijke momenten die je doormaakt het is ook niet niks , heel veel kracht gewenst. Veel liefs
Een reactie posten