vrijdag 6 oktober 2023

Goed genoeg is goed genoeg


Ongeveer een jaar nadat ik voor het eerst serieus begon én, in tegenstelling tot eerdere pogingen, door ging met hardlopen deed ik mee aan een officiële loop. Het was een memorabele dag waarvan ik voor 95% van genoten heb. Die missende 5% is te wijten aan het feit dat het een, zeker voor die tijd, zeer warme dag was en het voor mij daardoor heel, heel stevig afzien werd. Het was leuk en gezellig, ik heb die 5 bloedhete kilometers uit kunnen lopen maar, zo beloofde ik mijzelf, dat was eens en nooit meer. Hardlopen moet leuk en ontspannen blijven. Dat was medaille nummer 1.

 

Een jaar later schreef ik mij toch weer voor een loop in. 

 

Mijn “weloverwogen” argument was dat ik een soort goedmakertje voor die eerste loop wilde. Het was geen alleen maar fijne ervaring en het voelde daardoor onaf. Dankzij een aangenamere temperatuur, het was zelfs regenachtig, en mijn inmiddels nog wat betere conditie werd het inderdaad een goedmakertje. Missie volbracht en zo kwam ik aan medaille nummer 2. 

 

Een jaar later...


Nee, nee, er kwam geen jaar later waarin ik me toch weer inschreef, die tweede medaille moest mijn laatste worden en is ook mijn laatste gebleven. Ik wilde niet het risico op toch weer een niet zo prettige (understatement) dag lopen. Twee medailles dus, geen drie, wat het toch iets “completer”, iets meer “af” zou maken. Ik heb lang die twee medailles aan het prikbord op mijn kamer voor mijn neus zien hangen en, ja, er leek toch iets te missen, toch heb ik het daar bewust bij gelaten. Het is voor mij met mijn neiging (ahum) tot perfectionisme een soort reminder dat goed genoeg ook inderdaad goed genoeg kan zijn.

 

Ergens tussen die twee hardloopevenementen in leerde ik T. kennen. T. was lid van “mijn” bibliotheek en liep ook hard. Onze gesprekken gingen van boeken naar hardlopen en op een gegeven moment vroeg zij of ik zin had een keer met haar een rondje te doen. Ondanks dat zij een ervaren marathonloopster was en ik heel beslist niet hebben we heel wat rondjes door de bossen hier gerend. Ik met mijn tong op mijn schoenen, zij langzamer dan ze normaal liep omdat ze vaak moest aftrainen na weer een marathon. Buiten het lopen om was T. wat stilletjes, bijna onopvallend, maar tijdens het rennen glom zij van enthousiasme en energie en praatte zij voor twee. Wat mij wel goed uitkwam als ik weer eens buiten adem was.

 

Op een gegeven moment zijn we elkaar wat uit het oog verloren. Door haar wisseling van baan en de toename van mijn mantelzorgtaken moesten we onze vaste loopmiddag te vaak afzeggen. Ik bleef wel hardlopen, juist in die tijd van mantelzorgen had ik het zo nodig. En zij...

Een maand of wat geleden kwamen we elkaar na lang weer tegen. T. herkende mij eerder dan ik haar. Ik had moeite om in haar wat gebogen gestalte de marathonloopster van toen te zien. Na de gewone vragen van “hoe is het met je?” en “wat doe je nu?” kwam het onvermijdelijke “loop je nog?”. Nee, T. liep al een paar jaar niet meer. Tijdens een wedstrijd had ze iets verrekt en dat was een langdurige blessure gebleven. Op advies van een fysiotherapeut en na een second en zelfs third opinion moest ze besluiten om geen lange afstanden meer te lopen. Dat was een bittere pil.

“Ik kon amper tien kilometer rennen, moest telkens tussendoor wandelen. Vijf aan een stuk, meer lukte niet. En daar doe ik het niet voor. Dus, nee, ik loop niet meer.”

 

Ik wist niet goed hoe ik moest reageren. “Maar vijf kilometer is toch ook goed? Het is toch altijd beter dan niks?”. Maar T. haalde haar schouders op; vijf is wel goed, ja, maar niet genoeg, niet voor haar.
“Je genoot er altijd zo van! En wat doe je nu dan?”. Weer haalde ze haar schouders op.

Uiteindelijk hebben we elkaar nog een fijne dag toegewenst en zijn we uit elkaar gegaan. Toen ik omkeek, zag ik haar verder lopen: stilletjes, bijna onopvallend en zonder een spoortje van die oude energie, laat staan enthousiasme.

 

Eenmaal thuis heb ik mijn twee medailles uit een laatje gevist. Misschien moet ik ze toch maar weer eens ophangen. Ik loop ook niet meer zo ver en “snel” als toen T. en ik nog samen renden. Van blessures heb ik (nog) geen last maar bij wat langere afstanden moet ik toch wat vaker wandelmomenten inlassen. Het is wat het is. Ik geniet in ieder geval nog erg van mijn loopjes en dat lopen en genieten wil ik zo lang en zo goed mogelijk volhouden.

Och, T. toch...

Goed genoeg is toch goed genoeg?


En niet alleen op hardloopgebied trouwens.

 

 


Geen opmerkingen:

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...